Al in haar vroege jeugd merkt de hoogbegaafde Hildegard dat zij dingen ziet die niemand anders kan zien. Ze ontdekt dat deze gave in haar omgeving als gevaarlijk wordt beschouwd. Als ze in 1109 aan het klooster wordt afgestaan ziet zij dit als straf voor die gave.
Dankzij een niet te beteugelen intellect en creativiteit ontwikkelt zij zich van een onzeker en eenzaam kind tot een geleerde abdis die dankzij de paus erkenning krijgt voor haar visionaire talent. Haar snel groeiende faam en haar eigenzinnig optreden bezorgen haar echter een aantal gevaarlijke vijanden.
Hebzucht, opportunisme, erotiek, wanhoop en jaloezie spelen allemaal een rol in de geschiedenis waarvan Hildegard het flamboyante middelpunt is.
Etty Mulder (1946-2020) was tot 2007 hoogleraar aan de Radboud Universiteit te Nijmegen. Daarnaast schreef ze jarenlang voor de Volkskrant. In 1982 publiceerde zij het boek ‘Hildegard, een vrouwelijk genie in de late middeleeuwen’. In 1998 organiseerde zij in het kader van het 900e geboortejaar van Hildegard von Bingen een internationaal congres over de betekenis van haar gedachtegoed in onze moderne samenleving. In haar eigen voordracht onderzocht zij de betekenis van Hildegard’s visioenen vanuit een psychoanalytisch perspectief.
Boekcover en afbeelding zijn een ontwerp van AB Vormgeving ©